De Japanse hulst is een prachtige winterharde sierplant die het gehele jaar door zijn groene kleur behoudt. Het is ook wel bekend als buxusvervanger: een plant die de laatste jaren met veel tegenslagen te kampen heeft zoals ziektes en de buxusmot. Net als de buxus leent de Japanse hulst zich goed voor de snoeivorm en vormt het mooie, compacte haagjes. Dat smaakt naar meer van deze fraaie exemplaren in de tuin of op het terras. Het mooie is, onze Japanse hulst vermeerderen is heel goed zelf te doen. Het enige wat daarvoor wordt gevraagd is geduld, grond, potten en een snoeischaar.
Japanse hulst vermeerderen in het vroege najaar
De beste periode om Japanse hulst te vermeerderen is het eind van de zomer/begin van het najaar. De plant heeft in deze periode jonge topscheuten ontwikkeld die gebruikt kunnen worden om de Japanse hulst te stekken, ook wel vermeerderen genoemd. De scheuten moeten op een lengte van een centimeter à 15 tot 20 afgeknipt worden. Doe dit met een schone en scherpe snoeischaar om de plant niet te beschadigen. Dat geldt overigens voor alle snoeiwerkzaamheden. (Tip van onze kant; tuingereedschap zoals een snoeischaar na gebruik altijd schoonmaken met een droge doek. en regelmatig slijpen en oliën.) Haal de onderste bladeren van deze scheuten weg.
Speciale grond gebruiken bij Japanse hulst vermeerderen
Gebruik bij Japanse hulst vermeerderen speciale aarde zoals zaai- en stekgrond. Gewone potaarde houdt teveel vocht vast waardoor de stekken kunnen gaan rotten. Plaats de potten op een beschutte plek waarbij ze voldoende daglicht krijgen. Het meest ideale is een kweekkas of een zogenaamde koude bak. Deze bak is voorzien van een glasplaat die iets geopend kan worden mocht het te warm worden. Zorg ervoor dat de grond lichtvochtig blijft, een plantenspuit kan hierbij uitkomst bieden. Na voldoende wortelvorming en groei kunnen de vermeerderingen van de Japanse hulst in het voorjaar overgepoot worden in de volle grond.